Albanië

Albanië

HOOFDSTAD

Tirana

TAAL

Albanees

VALUTA

Albanese Lek

VLIEGTIJD

2 u, 45 m

Be gentle, it’s a rentle…

Mijn reis begon in het chaotisch-gezellige Tirana, waar ik me tussen graffiti, bunkers en baklava meteen realiseerde: dit wordt géén doorsnee vakantie. Bunk’Art gaf me een rauwe blik op het verleden, en geloof me, die betonmuren vertellen verhalen die je niet snel vergeet.

Vanuit Tirana trok ik noordwaarts naar Shkodër. De klim naar Rozafa Castle deed mijn kuiten flink protesteren, maar dat uitzicht… dat maakte alles goed. Daarna trok ik de bergen in: de Dynarische Alpen zijn ruig, stil en zo adembenemend dat zelfs mijn telefoon het opgaf. Hier kwam ik écht tot rust, ver weg van wifi en toeterende auto’s.

De kust bracht weer een heel ander verhaal: zon, zee, mijn Teva-sandalen (en een klein botsinkje met een Albanees), maar vooral heerlijke stops langs de Albanese Rivièra. Van verlaten baaien tot een spontaan feestje op een eiland met een DJ — het contrast kon niet groter zijn.

Albanië is geen gepolijste diamant, maar juist dat maakt het zo bijzonder. Puur, verrassend mooi en soms een beetje onhandig — net als ik. En misschien is dat wel precies waarom ik dit land zo in mijn hart sluit.

Praktische zaken

  • De officiële wisselkoers tussen de euro en de Albanese lek (ALL) varieert wel, maar als je rekent met 1 euro ≈ 1 lek, is dat lekker simpel voor het inschatten van prijzen tijdens je reis in Albanië.
  • Voor internet heb je een (e)sim nodig. 

Na een soepele landing en het standaard gevecht met de bagageband, stond ik ineens in de warme avondlucht van Tirana. Gelukkig vond ik snel de juiste taxi en werd ik voor slechts 1700 lek (ongeveer 17 euro) in zo’n 25 minuten naar mijn hotel in het centrum gebracht. Geen geld, en de rit gaf meteen een eerste glimp van de stad — een mix van chaos, kleuren en verrassende rust.

Mijn eet- en drinkervaringen

  • Doanesie Hotel & Spa: Rond 21.00 uur had ik flinke trek. Gelukkig was het restaurant van het hotel nog open. Zonder al te veel nadenken bestelde ik wat lokaal lekkers: Tavë kosi, een traditioneel Albanees ovengerecht met lamsvlees, rijst en een romige yoghurtsaus — hartig, warm en troostend. Met een lokaal wijntje erbij, zat ik daar ineens: moe maar voldaan, in Tirana. En de rekening? Daar werd ik echt stil van. Voor alles bij elkaar slechts 12 euro. Tirana had me in één avond al verrast — en ik was pas net aangekomen.en.

Mijn overnachtingen

  • Doanesie Hotel & Spa:Het Doanesie Hotel & Spa is schoon, luxe en strak ingericht. Met een hele fijne SPA. De kamer voelde comfortabel, al lagen de kussens voor mij persoonlijk wat minder lekker – al moet ik eerlijk zeggen dat ik op dat moment ook met een stijve nek rondliep, dus misschien lag het daaraan. Het ontbijt was ruim en gevarieerd, van vers fruit tot warme opties. De enige tegenvaller was de sfeer; de ontbijtruimte voelde een beetje bedompt, met weinig daglicht – en dat drukte net een beetje op de ervaring. Maar verder: dikke prima overnachtingsplek, zeker als je wat meer tijd hebt om echt van de SPA te genieten.

Mijn bezienswaardigheden en activiteiten

  • Bunk’ Art: Soms kom je op plekken die je even stil maken. Bunk’Art 1, aan de rand van Tirana, is zo’n plek. Wat van buiten op een vreemde heuvel lijkt, blijkt een gigantische bunker — ooit gebouwd voor de elite van het communistische regime. Binnen dwaal je door lange, betonnen gangen en kamers die je terug in de tijd slingeren. Ik wist eerlijk gezegd niet goed wat ik moest verwachten. Maar hoe verder ik liep, hoe meer het binnenkwam. De sfeer is beklemmend, de stilte voelbaar. Het is bizar om je voor te stellen dat dit ooit als schuilplaats diende in een tijd van angst en absolute controle. Wat ik bijzonder vond, is hoe kunst en geschiedenis hier samenkomen. Je leert over Albanië’s communistische verleden, maar er zijn ook installaties en creatieve invalshoeken die het lichter maken — zonder af te doen aan de zwaarte van het verhaal. Het is geen ‘leuke’ plek, maar wel eentje die blijft hangen. 

Om half 11 stond ik bij het stadion van Tirana te wachten op de rit naar Shkodër. Ik ontmoette daar nog twee Australiërs uit Melbourne, die met mij meereisden – altijd leuk, onverwachte ontmoetingen onderweg. Rond half 1 werden we keurig afgezet bij het hotel. De hele rit was slechts 10 euro per persoon. Bizar hoe ver je hier komt voor zo weinig geld.

Na het droppen van de bagage was het tijd voor de volgende prioriteit: lunch. Want honger maakt geen gezellige reiziger. Daarna voelde ik de drang om even te sporten – onderhoud moet, ook op reis. Een klein uurtje later, rond 16:00, scheen de zon op z’n mooist en voelde ik dat het moment daar was: ik wilde naar Rozafa Castle. Daar had ik eerder over gelezen – ruïnes met uitzicht, geschiedenis met een legende, precies mijn soort plek. Alleen… ik had geen werkende simkaart en dus geen Maps. Dus dan maar op de ouderwetse manier: vragen. Iedere Albanees die ik tegenkwam zei enthousiast: “Just 10 minutes, straight ahead!” Spoiler: het was geen 10 minuten. Het werd 55. En dan moet je ook nog de heuvel op naar het kasteel zelf. Maar eerlijk? Elke zweetdruppel waard. Het uitzicht, de sfeer, het gevoel daar boven – rauw, puur en magisch.

Mijn eet- en drinkervaringen

  • Bij Arti’ Zanave proef je traditionele Albanese gerechten, bereid met lokaal geteelde groenten. De belangrijkste focus ligt op het ondersteunen van vrouwen in Albanië en het helpen van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. De opbrengst van het restaurant gaat naar vrouwencentra. De vrouwen helpen vaak zelf mee in het restaurant – als serveerster of door handgemaakte sieraden, sjaals, tassen en kleding te maken die je hier ter plekke kunt kopen. En natuurlijk gaat de volledige opbrengst naar het vrouwencentrum. Ik bestelde beef met frietjes en gegrilde groenten en natuurlijk een Albanees wijntje. 

  • Trattoria Venezia: Ik was op zoek naar een visrestaurant, maar dat viel vies tegen dus toen kwamen ik langs deze Italiaan. Ik sloeg de menukaart open, en daar stond het: Zeebaars. Mijn ogen bleven hangen, mijn maag knikte instemmend. Keuze gemaakt. Soms vind je wat je zoekt op een plek waar je het niet verwacht. En dit was er zo één. Simpel, goed bereid, en precies wat ik nodig had.

  • AT Barbs: Ik had gelezen dat je hier goed vlees kon eten, dus vol verwachting schoof ik aan. Tot mijn verrassing bleek de menukaart juist vol te staan met visgerechten. Verse zeebaars was helaas net uitverkocht, dus besloot ik voor iets bijzonders te gaan: tagliatelle met prosecco, oesters en kaviaar. Toen de ober wegliep twijfelde ik heel even aan mijn keuze… maar toen het bord voor me stond, was alle twijfel verdwenen. Wat een fantastische combinatie – elegant, vol smaak en perfect in balans. Daarbij dronk ik een glas lokale rode wijn (het leek wel op een Amarine), verrassend goed en perfect passend bij het gerecht. AT Barbs is wat mij betreft een culinaire aanrader.

Mijn overnachtingen

  • Rozafa Hotel: Na een dag vol indrukken en oude stenen was het contrast haast absurd: binnenstappen in Rozafa Hotel voelde alsof ik ineens in een balzaal terechtkwam. Mijn kamer was enorm, groot genoeg om in te dansen, met een bubbelbad als kers op de taart. Luxe met een hoofdletter L. Voor Albanese begrippen is dit hotel aan de prijzige kant, maar vergeleken met Nederlandse hotels is het een buitenkans. Alles straalt grandeur uit: marmeren vloeren, een statige lobby, dikke gordijnen… een tikje over the top misschien, maar daardoor juist weer charmant. De locatie is ideaal – net aan de rand van het centrum van Shkodër, op loopafstand van talloze restaurants, bars en pleinen waar het leven zich op straat afspeelt. Een perfecte uitvalsbasis om de stad te verkennen, maar ook een plek waar je je na afloop van de dag even kunt terugtrekken in je eigen luxe bubbel.
  • Oro Inn Hotel: Voor mijn tweede nacht had ik hier een kamer geboekt. Bij aankomst schrok ik even: het lag naast een enorm hotel en zag er van buiten een tikje luguber uit. Even dacht ik dat ik op de verkeerde plek was beland. Maar eenmaal binnen én een paar trappen hoger bleek het tegenovergestelde: een verrassend mooi hotel met perfecte kamers, modern en schoon. En dat allemaal op een rustige plek, net aan de rand van het centrum. Een verborgen pareltje!

Mijn activiteiten en bezichtigingen

  • Rozafa Castle: Boven op een heuvel, waar de rivieren Buna en Drin samenkomen, ligt het mysterieuze Rozafa Castle. De klim omhoog is warm en ruig, maar elke stap voelt alsof je dichter bij een oud verhaal komt. Een verhaal dat me raakte. Volgens de legende werd het kasteel steeds opnieuw opgebouwd, maar viel het elke nacht weer in elkaar. Tot de drie broers die eraan werkten, besloten dat één van hun vrouwen levend moest worden ingemetseld in de muren – een offer om het bouwwerk te laten staan. Uiteindelijk werd Rozafa, de vrouw van de jongste broer, gekozen. Ze stemde ermee in, op één voorwaarde: dat haar rechteroog, haar rechterhand en haar rechterborst vrij zouden blijven, zodat ze haar kind kon blijven zien, troosten en voeden. Ik stond daar, in de ruïnes, kijkend over de stad Shkodër en de uitgestrekte vlakten, en dacht: wat laat je achter, als je ergens voor kiest? Wat offer je – bewust of onbewust – voor wat stevig moet blijven staan in je leven?

Ik had een Valbona Valley-tour geboekt via Komani Lake en stond al vroeg klaar: om 06:45 stapte ik met m’n ontbijt-to-go de bus in. Niet het meest praktische begin – eten tijdens een hobbelige rit blijft een uitdaging – maar dat mocht de pret zeker niet drukken.

De weg naar Komani was behoorlijk “bumpy”. Twee uur lang werd ik heen en weer geschud over een ruige bergweg, maar het landschap maakte veel goed. Bij aankomst aan het meer scoorde ik snel nog een croissantje voordat ik aan boord ging van de ferry richting Fierze. De boottocht duurde zo’n 2,5 uur en was werkelijk prachtig. Het Komani-meer slingert zich tussen steile kliffen en groene heuvels door – het voelde alsof ik door een verborgen fjordensysteem voer.

In Fierze stond er alweer een bus te wachten, die me uiteindelijk afzette in Valbona. En ineens bevond ik me in een totaal andere wereld: de Dynarische Alpen. Hoog, ruig, stil – een heel nieuw gezicht van Albanië dat me meteen raakte. Wat een plek om te zijn.

Mijn eet- en drinkervaringen

  • Bij de tour waren lunch, diner en ontbijt inbegrepen – dus het was eten wat de pot schaft. Geen keuzemenu, gewoon aanschuiven en laten verrassen. De lunch bestond uit behoorlijk vette friet, rundvlees met stevige vezels, een droge salade, een soort tzatziki en een linzensoep. Niet heel verfijnd, maar het vulde. ’s Avonds kreeg ik burek van pompoen (leuk om eens te proberen), aardappelsoep, opnieuw die droge salade en kipfilet. Alles was royaal op smaak gebracht – lees: alsof de zoutpot per ongeluk omgevallen was. Niet per se culinaire hoogstandjes, maar eerlijk is eerlijk: na een lange reisdag smaakt alles net iets beter. Het ontbijt bestond uit wit brood, marmelade, gebakken eitje in vet en Albanese koemelksekaas (lekker met Albanse honing!)

Mijn overnachtingen

  • Natyra geausthouse: Op zich prima voor één nacht: een eenvoudige kamer met drie bedden, waaronder een tweepersoons (dus vier slaapbedden). De ruimte was compact, net als de badkamer – waar de wc een beetje verstopt zat onder de wasbak, direct naast de douche. Wat me vooral opviel: het was fris. Met zo’n 16 graden en omringd door de bergen voelde het behoorlijk kil, zeker binnen. Maar goed, dat hoort misschien ook wel bij slapen in de Albanese Alpen – basic en back to nature.

Mijn activiteiten en bezichtigingen

  • Mulliri I Vjetër I Valbonës: Tijdens mijn wandeling door Valbona kwam ik langs de oude watermolen. Al meer dan honderd jaar maalt deze molen (of, inmiddels: maalde) graan voor de mensen uit de omgeving. Hij ligt een paar kilometer buiten het dorp, verscholen tussen de bomen aan de rivier. De plek zelf is magisch rustig. Je hoort alleen het kabbelen van het water en de wind door de bladeren. De molen is niet meer in gebruik, maar je ziet nog goed hoe het vroeger gewerkt moet hebben – simpel, functioneel en helemaal op z’n plek in het landschap.

  • Bunkers van Valbone: Tijdens een wandeling door de prachtige Valbona-vallei liep ik ineens tegen een bunker aan. Zo’n betonnen koepel uit de tijd van het communisme, toen Albanië onder leiding van Enver Hoxha echt álles wilde verdedigen. Zelfs hier, midden in de bergen. Ze staan overal in het land, en dus ook in Valbona. Gek eigenlijk: tussen al die bergen, rivieren en groene dalen ineens zo’n grauw stuk beton. Het past totaal niet, en juist daardoor valt het op. De meeste bunkers zijn verlaten. Sommige zijn overgroeid met planten, andere kun je nog inkijken. Ik stelde mij voor dat je in zo’n bunker zou zitten en door de openings ging kijen of je vijanden er aan kwamen…

  • Valentine’s Waterfall: Na het ontbijt wilde ik nog even een korte hike doen, voordat we weer opgehaald werden voor de terugreis naar Shkodër. Doel: de beroemde Valentine’s Waterfall. Het werd een prachtige wandeling door de bergen, met indrukwekkende uitzichten en volop rust. Alleen… geen waterval te bekennen. Misschien was het de verkeerde tijd van het jaar. Toch geen spijt van de tocht. Soms is de weg ernaartoe mooier dan de bestemming.

Na een uurtje zweten in de sportschool, een verfrissende douche en een lekker broodje, was het tijd voor de volgende stap: de huurauto. Ik had ‘m geregeld via LocalRent.com – superhandig, want de auto werd gewoon bij het hotel afgeleverd. Luxe toch?

Met een uurtje vertraging kwam er een keurige Nissan Micra voorrijden. Even snel wat foto’s gemaakt (je weet wel, voor het geval dat) en daarna: në rrugë – de weg op! Bestemming: het zuiden. Na zo’n 1,5 uur rijden kwam ik aan in het kustplaatsje Shëngjin. Daar eerst een stukje over de pier gewandeld, want: zee + wind + uitzicht = instant vakantiegevoel.

En toen… tijd voor lunch. Oké, het was al 17:00 uur – alles is relatief op reis. Aangezien ik pas om 20:00 uur het hotel in kon, had ik mooi de tijd om wat rond te hangen en alvast in de vakantiemodus te zakken.

Mijn eet- en drinkervaringen

  • Bij Hotel Bar Restorant YLLI schoof ik aan voor een vroege (of late?) lunch. Ik koos voor een heerlijke zeebaars met gegrilde groenten en vers brood – echt genieten. Daar hoorde natuurlijk een prosecco bij… al bleek die de bubbels een beetje vergeten te zijn. Maar goed, je zit aan zee, dus iets bruisends was er altijd wel om me heen 😉.
  • Bar restaurant Leon: Hier ontbeet ik eens. Nou ja, ‘ontbijten’… Ze hadden niet veel, maar een croissant met marmelade en een echt goede kop koffie bleek precies wat ik nodig had. Geen menukaart vol keuzes, maar ook geen keuzestress. ’s Avonds at ik er ook een keer. Inktvis met paddenstoelen in knoflookolie. Klinkt rustiek, smaakte naar vakantie. Geen opsmuk, gewoon warm, knoflookachtig comfort op een bord. En dat is soms alles wat je nodig hebt.

Mijn overnachtingen:

  • Bij Aral Sea View Apartments & Suites een fijn appartement gehuurd – mooi uitzicht op zee, en dat voor een zacht prijsje.

Mijn activiteiten en bezichtigingen

  • Shëngjin Beach is misschien niet het mooiste of schoonste strand van Albanië, maar als je er toch bent, is het een fijne plek om even uit te waaien. Het strand is lang en uitgestrekt, waardoor het zich goed leent voor een wandeling, vooral richting de pier. Je loopt er langs het water met uitzicht op de vissersboten en het leven dat zich rustig afspeelt langs de kust. Verwacht geen idyllisch wit zand of turquoise water, maar juist een wat rauwere, authentieke sfeer. Perfect voor wie van beweging houdt en gewoon even lekker een stuk wil lopen met de zee aan je zijde.

Omdat er in Serengjin niet heel veel te doen was – en het eten daar ook niet echt juichend was – besloot ik maar eens in het dichtstbijzijnde stadje te kijken. Nou, daar vond ik toch een bistro… daar zeg je U tegen.

Mijn eet- en drinkervaringen

  • Bistro Serrani: Hier bestelde ik zeebaars. Geen idee of het kwam door de dorst, de zeelucht of gewoon een chef met gevoel voor timing, maar dit was er eentje om te onthouden. Perfect gegaard, knapperig velletje, simpel opgemaakt bord, met mooie kleuren. En wat een smaak. Drie dagen op rij had ik zeebaars gegeten, maar dit was met stip de topper van de week. Het restaurantje ligt aan een watertje, waar je tussen de struiken en bromelia’s kunt zitten — met een zacht briesje dat precies doet wat een briesje moet doen: het net een beetje aangenamer maken. Rustig, gemoedelijk, en precies goed voor een lange lunch of luie avond.

Na ongeveer vijf uur rijden vanuit Shëngjin – inclusief een onverwacht intermezzo waarbij ik tegen de auto van een lokale Albanees aan zat – kwam ik rond 17.00 uur aan bij mijn appartement aan zee. Gelukkig liep het voorval met een sisser af: geen politie erbij, alleen wat papierwerk. De beste man poetste de schade er bijna letterlijk af en wilde alweer doorrijden, maar bleef uiteindelijk toch om samen een situatieschets te maken.

Eenmaal aangekomen: spullen droppen, pinnen, boodschappen halen en dan eindelijk neerploffen op een terras voor een welverdiend diner. Wat een dag!

Mijn eet- en drinkervaringen

  • My Family Restaurant: Ik was op zoek naar een restaurant waar het een beetje levendig was, maar dat bleek nog best een uitdaging. Uiteindelijk besloot ik de grote weg te verlaten – en dat bleek een gouden zet. Zo kwam ik bij My Family Restaurant terecht. De naam klopt helemaal: het voelde als thuiskomen. Als appetizer kreeg ik burek met spinazie en feta – warm, knapperig en vers. Daarna volgde een bord zelfgemaakte linguine met bolognesesaus, begeleid door een goed glas huiswijn. Als toetje kreeg ik een bordje vers fruit, overgoten met een licht zoet siroopje. En dat alles voor maar 13 euro! Wat een pareltje.
  • Taverna Labëria: Rond 14.00 uur kreeg ik trek en herinnerde ik me dit restaurant waar ik de dag ervoor langs liep. Het zat toen goed vol – altijd een goed teken zou mijn vader zeggen– en ik zag iemand een indrukwekkende Chef’s Salad bestellen. Die wilde ik ook proberen. Wat ik kreeg, was eigenlijk een soort Caesar Salade XL: veel kip, gekookte eieren en… een royale klodder mayonaise. Gelukkig kon ik die er grotendeels af schrapen. De kip was verrassend goed bereid en de eieren smaakten vers. Maar eerlijk is eerlijk: qua balans en frisheid had het beter gekund. Toch wilde ik het nog een keer proberen en besloot na het sporten – het restaurant lag namelijk dichtbij de gym en mijn appartement, dus ideaal – daar ’s avonds te eten. Ik bestelde steak en kreeg een bord met vier stukjes vlees, samen vermoedelijk zo’n 300 gram. Daarbij kwam friet, die trouwens erg lekker was, en een salade die wat minder overtuigde.
  • Mesdhe Restaurant & Lounge: Ik had hierover gelezen in de Google reviews en was vooral nieuwsgierig naar de fantastische tuin waar je kunt zitten. De tuin is echt een aanrader! Het eten was ook goed. Ik bestelde de Tagliata di manzo. Voor Albanese maatstaven lag de prijs wat aan de hoge kant, maar het vlees was heerlijk klaargemaakt. Ik kom zeker nog een keer terug, vooral om te genieten van de sfeervolle tuin.
  • Tipsy drinks and more: Een rooftopbar met uitzicht op zee – alleen dat al maakt het de moeite waard om even langs te gaan. En het was ook nog eens happy hour: 100 lek korting op de cocktails. Ik bestelde een Moscow Mule (vodka, limoen en ginger beer). Die was op zich prima, maar er zat wel érg veel ijs in… het leek meer een ijsklont met een vleugje cocktail dan andersom. Ach, het uitzicht maakte veel goed.
  • NutriGreens Salad Bar Sarande: Zonde dat ik al geluncht had, want dit is echt zo’n plek waar ik blij van word: alleen maar gezonde, verse producten en een frisse uitstraling. Toch kon ik het niet laten om even iets te bestellen. Het werd een juice van wortel, appel, sinaasappel en gember – precies goed. Terwijl ik daar zat, raakte ik aan de praat met een meid uit Chili, die als vrijwilliger in de bar werkte. Ze gaf me nog een leuke tip mee voor als ik ooit zelf vrijwilligerswerk in het buitenland wil gaan doen. Soms zijn dit de mooiste momenten van een reis. De volgende dag bestelde ik een yoghurt met havermout, chiazaad en aarbeiden. 
  • Polo bar: Bij dit barretje ging ik elke dag koffie drinken, en op mijn laatste dag nam ik er een ontbijt: heerlijke pannenkoeken met Nutella, fruit en verse jus d’orange. Het barretje heeft een fijne lounge-uitstraling met een mooie en warme inrichting.

Mijn overnachtingen

  • Dania Sea View Apartments: Weer zo’n fantastische plek! Dit keer verbleef ik in een ruim appartement met uitzicht op zee én een zwembad voor de deur. Binnen: twee banken, een sofa, een keuken, een badkamer en een grote slaapkamer – alles lekker ruim opgezet. Kleine kanttekening: het gebouw is nog deels in aanbouw, dus overdag hoor je wel wat bouwwerkzaamheden. Maar eerlijk is eerlijk, dat uitzicht maakt een hoop goed.

Mijn activiteiten en bezienswaardigheden

  • Saranda Petra Gym: Op zo’n 10 minuten lopen van mijn appartement vond ik een gym – altijd fijn om wat in beweging te blijven tijdens het reizen. Ik deed een paar keer mee aan een lesje (pilates en krachttraingin) en dat was verrassend leuk (én pittig genoeg). Helemaal top om zo je dag te starten om 10 uur ’s ochtends. Daarna lekker afkoelen in het zwembad – geen straf.
  • Huur een yacht en ga eilandhoppen: Aan de boulevard van Sarandë zijn veel stands te vinden waar je een (speed)boot of yacht kunt huren om langs de eilanden van Albanië te gaan. Prince Ennio Yacht sprak mij aan door de houten inrichting, en ze hebben ligbedden op het dek. Het was een fijne rit van 10:00 tot 16:30. We bleven 2,5 uur op een eiland met een dj, waar je wat kon drinken en eten. Dit vond ik wel wat te lang duren, omdat er verder niets op het eiland was.